Werk en economie

>bronnen en definities

bronnen en definities

OnderwerpDefinitieBronscore betreft:ontwikkeling buurt (of wijk)Niveau
Bruto arbeidsparticipatieHet aandeel van de (werkzame en werkloze) beroepsbevolking in de bevolking (beroeps- en niet-beroepsbevolking). Deze definitie heeft betrekking op personen die in Nederland wonen (exclusief de institutionele bevolking). De gegevens worden meestal gepresenteerd voor de bevolking van 15 tot 75 jaar.CBS2019/2020nvtGemeente
Netto arbeidsparticipatieHet aandeel van de werkzame beroepsbevolking in de bevolking (beroeps- en niet-beroepsbevolking).
Deze definitie heeft betrekking op personen die in Nederland wonen (exclusief de institutionele
bevolking). De gegevens worden meestal gepresenteerd voor de bevolking van 15 tot 75 jaar. (Het betreft voorlopige cijfers).
CBS2019nvtBuurt
WerkloosheidspercentageDe werkloze beroepsbevolking als percentage van de (werkzame en werkloze) beroepsbevolking.CBS20202019-2020Gemeente
Aandeel huishoudens onder of rond sociaal minimum Bij de bepaling van het sociaal minimum is van de particuliere huishoudens een aantal groepen niet meegenomen. Dit betreft enerzijds studentenhuishoudens en anderzijds huishoudens met een onvolledig jaarinkomen. De doelpopulatie bestaat dan ook uit particuliere huishoudens waarvan de hoofdkostwinner (of eventuele partner) het gehele jaar inkomen heeft en niet afhankelijk is van studiefinanciering. Het sociaal minimum is het wettelijk bestaansminimum zoals dat in de politieke besluitvorming is vastgesteld. Om te kunnen beoordelen hoe het inkomen zich verhoudt tot het minimum, is aan de hand van de regelgeving vastgesteld welke norm voor het desbetreffende huishouden van toepassing is. De norm voor een (echt)paar met uitsluitend minderjarige kinderen is bijvoorbeeld gelijkgesteld aan de bijstandsuitkering van een echtpaar, aangevuld met de (leeftijdsafhankelijke) kinderbijslag. Bij 65-plussers is het bedrag aan AOW-pensioen als norm gekozen. Het waargenomen inkomen van huishoudens, die uitsluitend op een bijstandsuitkering zijn aangewezen, wijkt in veel gevallen in geringe mate af van de vastgestelde normbedragen. Zouden de normbedragen als inkomensgrens worden gehanteerd, dan komt een deel van deze huishoudens met hun inkomen net boven het sociale minimum uit. Daarom is niet 100%, maar 101% van het sociaal minimum als inkomensgrens gehanteerd .Het percentage is vermeld bij minimaal 100 particuliere huishoudens behorende tot de doelpopulatie per regioCBS20202019-2020Gemeente
Aandeel uitkeringsontvangers tov bevolking 15-65 (WW, bijstand, arbeidsongeschiktheid)Aandeel personen met een WW-, bijstands- en/of arbeidsongeschiktheidsuitkering t.o.v. totaal aantal personen tussen 15 en 65 jaarCBS20202019-2020Gemeente
Aandeel uitkeringsontvangers tov bevolking 15-65 ( 1, 2 of 3)Aandeel personen met een WW-, bijstands- en/of arbeidsongeschiktheidsuitkering t.o.v. totaal aantal personen tussen 15 en 65 jaarCBS20202019-2020Buurt
1. Aandeel personen met bijstandsuitkering Aandeel personen dat een bijstandsuitkering op grond van de Participatiewet ontvangen tov bevolking 15 en 65 jaar. Personen met een uitkering die verblijven in een instelling, de elders verzorgden, zijn niet inbegrepen. Ook dak- en thuislozen met bijstand zijn niet inbegrepen.CBS20202019-2020Buurt
2. Aandeel personen met AO-uitkering Aandeel personen dat een arbeidsongeschiktheidsuitkering ontvangen op grond van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO), de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen (WAZ), Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten (wet Wajong) en de Wet werk en Inkomen naar arbeidsvermogen (WIA), tov bevolking 15 en 65 jaar.CBS20202019-2020Buurt
3. Aandeel personen met WW-uitkering t Aandeel personen dat een uitkering ontvangen op grond van de Werkloosheidswet (WW) tov bevolking 15 en 65 jaar.CBS20202019-2020Buurt