Onderwerp | Definitie | Bron | periode | laagste niveau |
Toe – of afname bevolking en huishoudens | Procentuele ontwikkeling van het aantal inwoners en aantal particuliere huishoudens. Bevolking op 1 januari betreft het geregistreerde aantal personen. Particuliere huishoudens bestaan uit één of meer personen die samen een woonruimte bewonen en zichzelf, dus niet-bedrijfsmatig, voorzien in de dagelijkse levensbehoeften. | CBS | 2017-2019 | gemeente |
Bevolking naar leeftijd | Aandeel inwoners per leeftijdsklasse (leeftijd op 1 januari) | CBS | 2019 | buurt |
Huishoudens naar type | Particuliere huishoudens naar type. Particuliere huishoudens bestaan uit één of meer personen die alleen of samen in een woonruimte wonen en zelf in hun dagelijkse behoeften voorzien. Naast eenpersoonshuishoudens onderscheiden we meerpersoonshuishoudens (niet-gehuwde paren met en zonder kinderen, echtparen met en zonder kinderen, eenouderhuishoudens en overige huishoudens). Eenpersoonshuishoudens zijn particuliere huishoudens bestaande uit één persoon. Huishoudens zonder kinderen zijn meerpersoonshuishoudens zonder thuiswonende kinderen. Huishoudens met kinderen zijn meerpersoonshuishoudens met thuiswonende kinderen. Thuiswonend kind is een persoon ngeacht leeftijd of burgerlijke staat die een kind-ouder relatie heeft met één of twee tot het huishouden behorende ouders. Onder thuiswonende kinderen worden ook begrepen adoptie- en stiefkinderen, maar geen pleegkinderen. | CBS | 2019 | buurt |
Gemiddelde levensverwachting | Het gemiddeld aantal nog te verwachten levensjaren op een bepaalde leeftijd. | RIVM | 2013-2017 | gemeente |